Max Havelaar

1 Primaire gegevens
Titelbeschrijving
Multatuli, Max Havelaar, L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen, 1984, 17e druk (1860)
De titel "Max Havelaar", slaat op de hoofdpersoon van het boek genaamd Max Havelaar. Havelaar wordt in het boek uitgebreid beschreven. Hij is erg belangrijk in het boek, omdat hij voor de inlanders in het vroegere Nederlands-Indië opkwam.
Ondertitel
De ondertitel "of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij", is de titel die Droogstoppel, in tegenstelling tot Max, aan het boek wou geven. Multatuli gaf deze als ondertitel, omdat in die tijd de koffiehandel veel geld opleverde voor de Nederlandse Staat.
Motto
De motto is ter nagedachtenis van Multatuli’s vrouw, in het boek het karakter van Max’ vrouw Tine.
‘Aan de diep vereerde nagedachtenis van Everdine Huberte, baronesse Van Wynbergen, der trouwe gade der heldhaftige liefdevolle moeder, der edele vrouw.’
Deze nagedachtenis wordt opgevolgd door een kort onuitgegeven toneelspel. In het toneelstuk is te lezen hoe Lothario wordt beschuldigd van moord en wordt veroordeeld tot de doodstraf. Echter, diegene die Lothario vermoord zou hebben (Barbertje), blijkt nog te leven. Uiteindelijk wordt Lothario niet vrijgesproken. De aanklacht wordt slechts aangepast en hij krijgt zijn straf alsnog opgelegd.
Dit toneelspel is een weerspiegeling van het probleem dat ook in het boek beschreven word; namelijk het onrecht dat de inlandse bevolking op Lebak aangedaan wordt.
2 Samenvatting
Het verhaal start met de wens van Batavus Droogstoppel om een boek te schrijven over koffie, aangezien hij makelaar in koffie is. Hij komt een oude schoolvriend tegen op straat, die hij voor het gemak Sjaalman noemt (hij wil liever geen namen noemen en hij droeg een sjaal) en hij gaf Droogstoppel een pakket met geschriften. Droogstoppel komt erachter dat deze geschriften ook verhalen over koffie bevat en wil dit gebruiken voor zijn boek. Echter ziet hij het somber in, omdat het te veel werk lijkt, maar hij schakelt zijn jongste bediende Stern in om hem te helpen. Het is de bedoeling dat Stern en Droogstoppel afwisselend hoofdstukken schrijven, maar wel allemaal enigszins naar de wens van Droogstoppel, het is uiteindelijk zijn boek.
Stern schrijft over de geschriften van Sjaalman en deze verhalen gaan over een zekere Max Havelaar, die pas benoemd is tot assistent-resident in Lebak, een gebied op Java. Een uitgebreid verhaal volgt over de aankomst van Havelaar op Java.
In het verhaal worden de verhalen van Stern (van Sjaalman, over Max Havelaar) steeds onderbroken door Droogstoppel. Hij onderbreekt met een preek van een dominee of met een betoog over hoe hij zelf nooit een buffel heeft gehad en toch tevreden is: 'Er zyn mensen die altyd klagen'.
Stern vertelt het verhaal van de inwoners van Java en hoe zij worden uitgebuit door de hoge piefen in het gebied. Bijvoorbeeld het verhaal over de buffelroof en Saïdjah en Adinda. De buffel is alles wat zij hebben en moeten leven van de landbouw, maar als hun buffel wordt weggenomen wordt overleven steeds moeilijker. Saïdjah gaat op reis om meer geld te verdienen en zijn eigen buffel te kunnen kopen en te kunnen trouwen met Adinda. Wanneer hij terugkomt in zijn dorp ziet hij dat de hele boel is leeggeroofd en in brand staat. Iedereen is vermoord door de koloniehouders.
Max Havelaar komt al gauw tot conflicten met de inlandse regent, die hij van corruptie en uitbuiting van zijn ondergeschikten beschuldigd. Hij wordt bij gebrek aan bewijs uiteindelijk niet voldoende gesteund door zijn omgeving. Uiteindelijk vraagt Havelaar aan de Gouverneur-Generaal ontslag uit 's lands dienst. Dit verhaal wordt onderbroken door uiteenzettingen over de structuur van het bestuurlijke apparaat in Indië, en over wat er met Havelaar vóór zijn verblijf in Lebak heeft afgespeeld. Droogstoppel doet ondertussen heel erg zijn best om te begrijpen wat dit allemaal met koffie te maken heeft, het hele Havelaar-verhaal. Aan het einde neemt Multatuli het woord over van Stern en Droogstoppel om zich te richten tot de koning. Hij vraagt aandacht aan de koning door het volgende te schrijven:
'Aan u durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is:
Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels?
En dat daarginds uw meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in uw naam?'
3 Personages
- Multatuli, dit is niet echt een personage in het boek maar aan het einde wel, daar schrijft hij helemaal als zichzelf een betoog voor de koning.
- Max Havelaar, hij is het autobiografische personage van Multatuli. Hij is de held van het verhaal en lijkt alleen goede eigenschappen te bezitten. Daarbij is hij ook nog eens buitengewoon belezen en geleerd. Zijn slechte eigenschappen komen zo naar voren dat hij toch de sympathie van het publiek wint. Tegelijk is hij een vrij slechte ambtenaar: van zijn beloftes komt weinig terecht. Dit personage heeft eigenlijk twee functies: 1) Hij symboliseert de kritiek van de schrijver op de toenmalige gang van zaken in Nederlands-Indië. 2) Hij heeft als functie aan te tonen dat Eduard Douwes Dekker (Multatuli) toentertijd goed gehandeld heeft en het slachtoffer is geworden van onbegrip. Multatuli wilde hiermee zowel zijn sociale als zijn maatschappelijke positie herstellen.
- Batavus Droogstoppel, hij is makelaar in koffie, Lauriersgracht nummer 37 en tevens de antiheld van dit verhaal. Hij is bekrompen, gierig, egoïstisch en maakt zichzelf voortdurend belachelijk bij de lezer. Droogstoppel symboliseert precies de wereld van het egocentrisme en de corruptie die Max Havelaar wil bestrijden. Daarnaast is Droogstoppel ook de verteller van het verhaal en de opdrachtgever van de tweede verteller: Stern.
- Ernest Stern, hij is de zoon van een grote industriële zakenman met wie Droogstoppel vrienden moet blijven. Droogstoppel laat Stern uit het pak van Sjaalman het verhaal van Max Havelaar vertellen. Stern is ook een soort held in het verhaal, doordat hij sympathie heeft voor Max Havelaar en aan de lezers laat zien dat deze sympathie logisch zou moeten zijn. Over Stern zelf komen we weinig te weten, behalve de mening van Droogstoppel.
- Regent van Lebak, hij is is een inlandse regent. Hij heet Karta Nata Negara en is enorm beleefd en meegaand. Echter drijft hij zijn zin enorm door. Hij buit het volk uit doordat hij zelf veel schulden heeft. Hij laat het volk bijvoorbeeld arbeid verrichten zonder hen hiervoor te betalen.
4 Conflictmodel
Het conflict waar Max Havelaar het meest mee worstelt is een waarden-normenconflict. Hij worstelt met het feit dat de inlanders van Nederlands-Indië onrecht wordt aangedaan en het feit dat de regent deze mensen blijft uitbuiten. Max Havelaar beschuldigt de inlandse regent van corruptie en het uitbuiten van de inlanders. Echter krijgt hij niet genoeg steun en wordt uiteindelijk vanwege de beschuldiging ontslagen. Er vind een conflict plaats, omdat er geen evenwicht is, je hebt enkel 2 sterke uiteinden die flink tegen elkaar botsen. Aan de ene wilt Max Havelaar rechtvaardigheid voor de inlanders en aan de andere kant heb je de Regent, die door wil gaan met het profiteren van zijn ondergeschikten. De oplossing wordt ook niet gegeven in het boek, maar de aanklacht wordt wel nog een keer genoemd. Dit keer richting de koning, Willem III.
5 Perspectief
Het is een raamvertelling, oftewel meerdere verhalen binnen 1 verhaal. Het begint met Droogstoppel die een boek wil schrijven. Dan wissel je af tussen Droogstoppel die over zichzelf schrijft en zijn assistente Stern die over Max Havelaar verteld. Aan het einde neemt Multatuli zelf over en richt hij zich op de koning om het verhaal als een les te laten dienen voor anderen.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende perspectieven. Het eerste stuk, waarin Droogstoppel spreekt, is geschreven in een ik-perspectief. Hij beschrijft namelijk het verhaal waarin hij zelf meespeelt. Het deel waarin Stern het verhaal van Max Havelaar bespreekt is ook in het ik-perspectief. Het deel van Multatuli, waarin hij het overneemt van Stern is in het alwetende ik-perspectief, omdat hij de personages heeft bedacht en dus weet hoe de personages dachten. Hij weet hun gedachten en heeft meer informatie dan de lezer in het begin heeft. Echter spreekt hij wel uit zichzelf, wat het dus ook ik-perspectief maakt.
Die Sjaalman en zyn vrouw...
Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlyke femelary! Ik heb U geschapen... ge zyt opgegroeid tot een monster onder myn pen... ik walg van myn eigen maaksel: stik in koffie en verdwyn!
Ja, ik, Multatuli 'die veel gedragen heb' neem de pen op. Ik vraag geen verschoning voor de vorm van myn boek. Die vorm kwam my geschikt voor ter bereiking van myn doel. (p.246).
6 Setting
Het boek is opgedeeld in 3 periodes. De eerste periode was rond 1842: de jonge en avontuurlijke Havelaar in en rond Sumatra. Toen kwam de volgende periode rond 1856: de volwassen Havelaar van Lebak (en Bogor). Toen kwam de laatste periode rond 1860: arme Havelaar in Nederland. Het jaar 1860 wordt als het heden beschouwd. Elk van deze perioden wordt verteld over een jaar. De laatste periode vond plaats in Amsterdam. De periode rond 1842 speelde zich af op Sumatra en omgeving. De omgeving wordt constant goed beschreven, zodat je bijvoorbeeld een goed beeld krijgt van het landschap van Indonesië.
7 Ruimte
Er zijn dan ook drie belangrijke locaties waar het verhaal zich afspeelt. De eerste is Nederland, waar Droogstoppel Sjaalman tegenkomt. De tweede is Lebak, waar Havelaar zijn aanklacht indient tegen de regent. De derde is Sumatra, waar de jonge Havelaar wordt blootgesteld aan de onderdrukking van de inlandse bevolking van Nederlands-Indië.
8 Chronologie
Het verhaal staat niet in chronologische volgorde. Het bestaat uit een aantal gedetailleerde flashbacks van omgevingsbeschrijvingen en van verhalen die Max Havelaar over zijn geschiedenis verteld. Hierdoor kunnen lezers de situatie beter begrijpen.
We beginnen in Nederland, waar Droogstoppel de notities van Sjaalman krijgt. Uit de notities komt een verhaal dat zich hiervoor heeft afgespeeld. Binnen dit verhaal komen ook veel kleine verhaaltjes voor, zoals het verhaal van Saïdjah. We gaan in het boek regelmatig heen en weer van heden naar verleden en van verhaal naar verhaal.
Het vertelheden is het deel van Droogstoppel in 1860. Er zijn flashbacks waarin gebeurtenissen die al eerder zijn gebeurd door Droogstoppel worden beschreven en er zijn flashbacks waarin Max terugdenkt aan zijn tijd op Sumatra als ambtenaar. Er treedt ook veel tijdsvertraging op, omdat Multatuli de tijd neemt om omgevingen en gebeurtenissen enorm uitgebreid te beschrijven. Door het continu gedetailleerd beschrijven van de omgeving gaat de spanning wel deels weg, maar maakt dit het wel makkelijker voor de lezer om het boek beter te begrijpen.
9 Open plek
Er zijn meerdere open plekken in het boek. Een van deze open plekken is wanneer de lezer niet te weten krijgt waar Adinda is gebleven na Saïdjah haar niet kon vinden toen hij terug in zijn dorp aankwam. De lezer kan hier zelf bedenken wat er met haar is gebeurd. Ook weet je als lezer niet precies wat Max te melden had toen hij zijn papieren en notities aan Droogstoppel gaf, je weet niet wat hij had opgeschreven of wat hij daar in Nederlands-Indië precies had meegemaakt. Dit zijn een paar voorbeelden van de open plekken in het boek, maar de grootste open plek vind ik wanneer Max Havelaar de regent Adhipathi Karta Nata Negara aanklaagt toen hij doorhad dat hij de Indonesische bevolking uitbuitte, hier krijg je als lezer niet te horen of dit gaat lukken, hoe de regent reageert en of Max gelijk krijgt. De lezer kan zijn fantasie gebruiken en dit voor zichzelf invullen om het verhaal naar zijn/haar wens te laten verlopen.
10 Motieven
Het motief van het verhaal is een duidelijk, concreet motief. De schrijver, Multatuli, wilt dat er een verandering komt in de manier waarop Nederland haar kolonie behandelt. Om dit doel te bereiken gebruikt de schrijver een toch mooie schrijfstijl als hulpmiddel zonder dat dit de inhoud van het boek weg haalt.
Nog andere motieven die voorkomen in het verhaal:
Onrecht:
Het belangrijkste motief is onrecht. De Indonesische bevolking wordt uitgebuit en onrecht aangedaan. Dit motief is het belangrijkste, omdat Max Havelaar tijdens dit boek probeert de bevolking en de status van de bevolking in de samenleving te verbeteren. Het onrecht dat de mensen is aangedaan, blijft terugkomen.
Rijk en arm:
Een andere motief is rijk en arm. Dit hangt samen met het eerdere motief. Omdat de bevolking niet heel rijk is, maar de regent wel, wordt er niet voor de bevolking gezorgd. Hierdoor ontstaat de onderdrukking van het Indonesische volk. De regent en andere rijke mensen hebben veel te zeggen en onderdrukken daardoor het volk. Voor hen geldt; hoe rijker, hoe meer ze te zeggen hebben.
Eerherstel:
Multatuli was met het schrijven van dit boek uit op eerherstel. Hij wilt laten zien dat hij zelf onschuldig is door het vertellen van zijn verhaal.
Ambtenarij:
De gebeurtenissen in het verhaal worden veroorzaakt door het ambtenarensysteem in Nederlands-Indië en Nederland. Er wordt in het boek veel aandacht besteed aan de machtsverhoudingen in Nederlands-Indië en hoe de lokale bevolking daar wordt uitgebuit.
Kolonialisme:
Het boek is vooral kritiek op de uitbuiting van het volk in Nederlands-Indië ten tijden van de koloniën. Er zijn veel voorbeelden van hoe het er aan toe ging in die streek en periode.
11 Schrijfstijl
De schrijfstijl van Multatuli is verassend meeslepend en heel levendig. Mooier dan ik in eerste instantie had verwacht. Een voorbeeld hiervan:
"De koetsier klapte met de zweep, de lopers -in Europa zou men ,geloof ik, zeggen 'palfreniers' of liever, er bestaat in Europa niets wat met deze lopers overeenkomt - die onvergelijkbare lopers dan…"
In dit kleine citaat geeft hij niet alleen weer wat er gebeurd, maar ook laat hij zien hoe de hoofdpersoon zich voelt. Door het hele boek is dit duidelijk terug te zien. In iedere zin die op papier wordt gezet, wordt een emotie verwerkt die ervoor zorgt dat het verhaal veel beter te begrijpen is. Hij beschrijft elke situatie uitvoerig. Hij maakt in het boek gebruik van normale spreektaal wat in die tijd heel bijzonder was omdat alles in de tijd van Multatuli deftig werd geschreven. Zeker in het laatste gedeelte van het boek komt de levendigheid in Multatuli’s schrijfstijl naar boven.
“Ik heb u geschapen… ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen…ik walg van mijn eigen maaksel: stik in koffie en verdwijn!”. De schrijfstijl van Multatuli kan worden beschreven als gedurfd en vernieuwend, omdat het niet gebruikelijk was om met gewone spreektaal te schrijven.
12 Heb je het idee dat je door het maken van deze opdracht de belangrijkste elementen van je boek hebt onderzocht? Of zijn er belangrijke elementen buiten beschouwing gebleven?
Tijdens het maken van de opdrachten ben ik meerdere elementen en onderwerpen tegengekomen. Er is bijvoorbeeld enorm diep ingegaan op setting en thematiek. Hierdoor heb ik een beter beeld van het boek gekregen. Alle elementen die van belang zijn zoals motief en thema, maar ook het conflictmodel zijn besproken waardoor alle belangrijke aspecten besproken zijn.
De belangrijkste onderwerpen zijn onderdrukking en vrijheid. Deze twee onderwerpen zijn in strijd met elkaar, maar door het hele boek komen ze wel aan bod. Een belangrijk element om deze onderwerpen naar voren te halen, zijn de verschillende korte verhaaltjes die tussendoor verteld worden.
13 Thematiek
In het boek is kolonialisme een belangrijk thema. Een van Multatuli’s belangrijkste doelen is om in opstand te komen tegen de uitbuiting van het volk in Nederlands-Indië. Hierbij wordt gebruik gemaakt van macht en discriminatie.
Een ander thema van het boek is een combinatie van onderdrukking en onrecht
In het motto heb ik het onrecht dat Lothario werd aangedaan al besproken. Ook Max Havelaar krijgt te maken met onrecht, omdat de Nederlands-Indische inlanders onrecht wordt aangedaan. Op het einde van het boek beschrijft Multatuli dat het onrecht moet stoppen.
B Beleving
14 Wat heb je door je boek en/of deze opdracht geleerd over jezelf, het leven en/of de wereld?
Ik wist al over het bestaan van slavernij en uitbuiting in de kolonies van Nederland, maar ik heb er nooit echt zoveel bij stilgestaan als nu. Door dit boek leerde ik hoe erg deze problemen eigenlijk zijn en ondanks dat er hedendaags nog steeds problemen bestaan, zoals bijvoorbeeld het verschil tussen arm en rijk. We mogen erg dankbaar zijn met de verandering tussen toen en nu.
15 Wat heb je door je boek en/of deze opdracht geleerd over literatuur?
Het lezen van het boek en het maken van dit verslag heeft me een aantal dingen over de literatuur geleerd. Vroeger werd er heel anders geschreven dan nu. Er hoeft niet deftig geschreven te worden om een punt duidelijk te maken, en er kan gebruik worden gemaakt van de gewone volkstaal bij het schrijven van een boek. Het maakt hetzelfde standpunt misschien zelf nog wat duidelijker voor de lezer, ook al komt het korter door de bocht.
16 Mening
Boeken lezen vind ik in het algemeen niet makkelijk en dit boek maakte het niet bepaald makkelijker. Ik vond het boek lastig om te lezen en erg langdradig. Niet alleen door het taalgebruik, ook doordat er regelmatig van personage werd verwisseld en dus ook van perspectief. Hierdoor was het lastig te volgen wanneer een deel eindigde en er weer een nieuwe begon. Door deze verwarring kwam ik nooit lekker in het boek, wat het verhaal voor mij nog moeilijker te begrijpen maakte. Wel vond ik het een interessant onderwerp en erken ik natuurlijk hoe belangrijk dit boek is geweest voor de Nederlandse literatuur en geschiedenis. Dit boek is naar mijn mening niet echt een heel leuk boek wat ik snel aan iemand zou aanraden, omdat het erg complex en langdradig was.
Ik vind het een belangrijk boek en heb waardering voor de schrijver, maar zoals eerder gezegd is het wel erg moeilijk te lezen en vond ik het soms langdradig.
17 Wat zegt je antwoord op vraag 15 over jou?
Waarschijnlijk ben ik niet de enigste die moeite had met het lezen van Max Havelaar. Ondanks dit heb ik het boek wel kunnen lezen en er ook waardering voor kunnen tonen. Wanneer ik een boek lees, wil ik het verhaal kunnen volgen en wat er speelt. Als dit niet het geval is, net als bij dit boek, kan ik me nooit goed verdiepen in het boek en mis ik al snel een groot deel van het verhaal.
C Keuzeopdracht
E-mail naar personages
Beste Batavus Droogstoppel,
Wat bent een vuile man bent u. Aan de top van de slavenhandel staan en er van overtuigd zijn dat u iets goeds deed voor de wereld. Hoe kunt u niet hebben gezien dat zelfs slaven “gewone” mensen zijn die u niet heel de dag voor u kunt laten werken. U moet zich diep schamen! U heeft meegewerkt aan iets wat een zwarte bladzijde van onze geschiedenis is geworden. Ernest Stern en Max Havelaar zagen in wat voor een verschrikkingen mensen zoals u wel niet zijn en dat die fratsen niet door de beugel kunnen. Het interesseerde u en mensen zoals u helemaal niks hoe jullie met deze mensen om gingen, voor jullie waren het net een stel beesten. Gelukkig zijn de slaven in opstand gekomen en hebben ze jullie overwonnen. Ze werden onafhankelijke, vrije mensen met gelijke rechten die nu in landen leven die net zoals de landen waarin wij leven zijn. We leven nu in een tijd waar we mensen zoals u durven tegen te spreken, waardoor slavernij nu verleden tijd is, zoals het hoort!