Slaap!

Primaire gegevens
Annelies Verbeke, Slaap!, De Geus, Breda 2003
Samenvatting
Maya heeft last van slapeloosheid en kan hier niet mee leren leven. Ze probeert van alles en nog wat, zoals warme melk voor het slapen gaan en producten van televisiespotjes. Haar enige steunpilaar is Remco, haar vriend. Hij is erg geduldig en is dan ook de laatste die haar verlaat als haar slapeloosheid tot grote problemen lijdt. Remco kan er niet meer tegen dat Maya hem midden in de nacht wakker maakt omdat ze weer eens niet kan slapen en verlaat haar. Hierna gaat het alleen maar slechter met Maya en krijgt ze naast haar slapeloosheid ook psychische problemen. Ze gaat ’s nachts naar buiten en gaat mensen wakkerbellen doormiddel van de deurbel. Op een nacht antwoord er iemand vliegensvlug op haar bellen en zo ontmoet Maya Benoit. Het blijkt dat ook hij aan slapeloosheid lijdt, alleen al jaren langer (Benoit is een stuk ouder dan Maya). Samen proberen ze in hun slapeloze wereld te leven, maar helaas kunnen ze niet samen zijn, ze kunnen geen stabiele relatie opbouwen. Problemen worden al maar erger en op een gegeven moment belandt Maya in het ziekenhuis omdat ze aangereden wordt door een vrachtwagen. Het is niet helemaal zeker of ze met opzet voor de vrachtwagen springt, of dat het per ongeluk gaat. Tijdens haar verblijf in het ziekenhuis kan ze geen contact behouden met Benoit en zo vervreemden ze een tijd van elkaar. Terwijl Maya in het ziekenhuis ligt, brandt het kamertje van Benoit af en komt hij in een psychiatrische inrichting terecht (men denkt dat hij het met opzet heeft gedaan). Hij krijgt het voor elkaar om te ontsnappen en ontmoet bij toeval een oude vriend. Deze biedt hem een baan aan: nachtwaker voor zijn hotel. Wat kan Benoit beter dan ’s nacht wakker blijven? Dus hij gaat in op het aanbod en gaat aan de slag. Tijdens een van zijn avonddiensten komt Benoit een nachtvlinder tegen en raakt bevriend met hem. Wanneer de vlinder wegvliegt, rent Benoit achter hem aan en probeert hem te vangen. De vlinder landt jammer genoeg op de borst van een vrouw en de vrienden van de vrouw slaan Benoit in elkaar. Bloedend en gebroken probeert Benoit iemand te bereiken die hem zou kunnen verzorgen. Hij komt terecht bij een café, toevallig dezelfde waar ook Maya zit. Maya is ondertussen al een tijd ontslagen uit het ziekenhuis en gaat verder met haar doelloze leven. Hier komen de twee slapeloze weer samen en gaan opnieuw proberen om een plekje in de wereld te vinden voor henzelf.
Personages
Maya
Maya is één van de twee hoofdpersonen. Ze heeft een ernstig slaapgebrek. Ze begrijpt “andere” mensen – d.w.z. mensen zonder slaapgebrek – niet en heeft daarom weinig vrienden. Uit frustratie houdt ze ’s nachts mensen uit hun slaap. Zo ontmoet ze ook Benoit de Gieter.
Benoit de Gieter
De andere hoofdpersoon. Ook hij heeft een slaapprobleem. Hij fantaseert veel, en zijn beste contacten zijn die met dieren, namelijk eerst pinguïns, toen een potvis, later een nachtvlinder. Hij wordt hiervoor dan ook opgenomen in een psychiatrische inrichting, waaruit hij zichzelf ontslaat. Benoit vindt dat Maya qua uiterlijk veel op zijn moeder lijkt.
Opvallend is de karikaturale tekening van de bijfiguren. Bijvoorbeeld die van François (pooier van de moeder van Benoit en gewetenloze pederast), Meester Bracke (starre, nietszeggende onderwijzer van Benoit), Willy (pester en sadist, klasgenoot van Benoit), de nonnen in het gesticht ('pinguïns', onbarmhartig streng en geniepig) en Nonkel Hugo (psychiatrisch patiënt die zijn ouderlijk huis in de as legt, alcoholist die zich dooddrinkt, Maya's lievelingsoom). Verder zijn daar nog Bram (zwaarlijvige goede sul, hopeloos verliefd op Maya), Katja (romantische, maar brutale vriendin van Maya, die er met haar vriend Remco vandoor gaat), Klaartje (alternatieve, gekke vriendin van Benoit, die voor alles 'in' is, maar zielig eindigt als ongehuwde moeder), Olga (oude vrouw die na een vreugdeloos leven van hard werken eindigt als dementerende ziekenhuispatiënte), Sofie (getrouwde zus van Maya die na relatieproblemen haar man verlaat en met haar twee kinderen op zoek gaat naar een eigen leven), Dirk (geslaagde zakenman, overspelige echtgenoot van Sofie) en Ingrid (psychiatrische patiënte met telmanie).
Conflicten
Slapeloosheid is waar het in de roman om draait. Beide hoofdpersonen, Maya en Benoit, lijden er in zo'n hevige mate aan dat hun leven wordt ontwricht en krankzinnigheid dreigt. 'Mijn nachten waren langer dan mijn dagen, want 's nachts was ik alleen', luidt de openingszin van de roman. Ze moet haar nachten wakend doorbrengen, met een slapende partner (Remco) naast zich. Ze is overgeleverd aan een koortsachtige gedachtestroom, voelt zich door iedereen onbegrepen en verlaten, wordt steeds nerveuzer. Van alles probeert ze om een oplossing voor haar kwaal te vinden: 'Joggen voor het slapengaan. Warme melk met honing. Ademhalingsoefeningen. Een Alprazolam. Vijf Alprazolams. Een jointje. Een fles wijn. Stapels boeken' (p. 9). Niets helpt en de ontwrichting van haar leven zet meedogenloos door: verlies van werk, vrienden en kennissen, breuk met Remco. Ze is 'doodmoe, levensmoe' (p. 17).
Benoit is niet bepaald de redder in nood op wie ze zit te wachten. Hij is gefrustreerd door een dominante moeder, die hem als jongetje vaak 'in haar schoot nam' (p. 24), heeft een afschuwelijke tijd doorgebracht in een gesticht nadat hij (uit zelfverdediging) een (valse) klasgenoot doodde en heeft met eigen ogen gezien hoe zijn aanbeden moeder door een politiewagen werd doodgereden, nadat ze hem uit het gesticht kwam redden. Sindsdien was zijn leven zinloos. Hij kon geen duurzame relaties in stand houden, raakte geïsoleerd en werd een zonderling voor wie moeders hun kinderen waarschuwen, omdat hij 'een potentiële Man Met Een Kelder was' (p. 63).
Perspectief
Beurtelings zijn Maya en Benoit als ik-verteller aan het woord. Binnen de hoofdstukken staan vele witregels (overgangen in tijd en/of plaats), kan gesproken worden van een vrij grote verbrokkeling. Die voortdurende overgangen passen goed bij het impulsieve gedrag en de chaotische gedachtegang van de twee neurotische slapelozen. Zo krijgt de lezer te zien hoe hun gedachtegang te werk gaat. Door het wisselend ik-perspectief komt het soms voor dat bepaalde gebeurtenissen tweemaal worden verteld. Zo wordt de scène waarin Maya dronken raakt en uit een kroeg wordt gegooid, eerst door haar ogen beschreven (p. 50-51) en daarna vanuit Benoit (p. 81-82).
Setting
Het gehele verhaal speelt zich af in een stad aan de kust. Vaak is het donker. Het is onduidelijk waar de gebeurtenissen zich precies afspelen. Er wordt in algemene termen gesproken van een stad met een hoerenbuurt ('het Glazen Straatje', p. 12), niet ver van de zee. Waarschijnlijk is het een kustplaats in België: er is sprake van rijkswachters, er zijn nonnen die Frans praten, Benoit nuttigt elke morgen een boule de Berlin, een oom is een 'Nonkel', een auto met opvouwbaar dak een 'cabrio' en een vrachtwagen een 'camion'.
De tekening van de stad is opvallend negatief, 'ingekleurd' door de sombere gemoedsgesteldheid van de depressieve hoofdpersonen: 'donkere straten, lege pleinen, zwarte laantjes' (p. 11), 'schreeuwlelijke appartementenblokken' (p. 119).
Chronologie
De vertelde tijd blijkt niet duidelijk uit het boek. Ik schat dat het een jaar of twee is, als ik de terugblikken op de kinderjaren van de beide hoofdpersonen niet meetel. Ik denk dat het verhaal zich ongeveer synchroon afspeelt met de tijd waarin het boek is geschreven (2003), omdat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de handeling zich grote tijd eerder zou hebben afgespeeld. Het leven van Benoit beslaat echter wel ongeveer vijftig jaar, dus een deel van de handeling (zijn jeugd) speelt zich een jaar of veertig eerder af.
Motieven
Een belangrijk motief is (existentiële) eenzaamheid. Alle personages zijn erdoor getekend, niemand is in staat om wezenlijke contacten aan te gaan, een ander te begrijpen of te kennen, ieder is gedoemd zijn eigen (vreugdeloze of hopeloze) leven te leiden.
Opmerkelijke leidmotieven (en symbolen) zijn de potvis en de nachtvlinder. Voor Benoit betekenen die na zijn moeder, Maya en Ingrid de vierde en vijfde strohalm waaraan hij zich wanhopig vastklampt. Maar ook dit geluk duurt maar kort en wordt wreed verstoord: de potvis is dood aangespoeld op het strand en in de mond kan hij niet komen; de vlinder wordt door een meisje met een sigaret verschroeid en tot pulp vertrapt.
Schrijfstijl
De stijl is vrij zakelijk, maar ook suggestief en humoristisch. Opvallend zijn de korte, enkelvoudige zinnen, die vaak stereotiep zijn opgebouwd met een OPA-constructie (Onderwerp + Persoonsvorm + Andere zinsdelen). Op pagina 9 bijvoorbeeld zijn vrijwel alle zinnen op deze wijze opgebouwd.
Omdat er sprake is van een dubbel ik-perspectief en de twee vertellers labiele neuroten zijn, overheersen de inwendige monologen, abrupte overgangen en fantasierijke en bizarre observaties. Als Maya om drie uur 's nachts door de donkere straten fietst, ziet ze hier en daar een wakkere duif en denkt: 'Die beesten waren totaal van de kaart sinds de komst van de straatlantaarn. Zou die snel breken, een duivennek? Waarschijnlijk niet. Taaie rakkers, die vliegende ratten' (p. 11). Korte, suggestieve zinnen, met een abrupte overgang van nuchtere constatering in zin 1 naar vreemde gedachte-inval in zin 2; opvallende woordkeus en vergelijking in laatste zin.
Heb je het idee dat je door het maken van deze opdracht de belangrijkste elementen van je boek hebt onderzocht? Of zijn er belangrijke elementen buiten beschouwing gebleven?
Voor mijn gevoel heb ik met behulp van de opdrachten, het boek goed kunnen analyseren. De belangrijkste elementen zijn in ieder geval besproken, maar het kan best zijn dat ik er een paar over het hoofd heb gezien. Dat kan komen doordat ze een kleinere bijrol in het verhaal hadden dan de andere elementen.
Thematiek
Slapeloosheid is waar het in de roman om draait. Beide hoofdpersonen, Maya en Benoit, lijden er in zo'n hevige mate aan dat hun leven wordt ontwricht en krankzinnigheid dreigt.
Beleving
Wat heb je door je boek en/of deze opdracht geleerd over jezelf, het leven en/of de wereld?
Voor ik dit boek had gelezen, had ik nog niet het idee dat slapeloosheid zo'n groot probleem kan zijn. De wereld heeft allerlei grote problemen en slapeloosheid hoort daarbij.
Wat heb je door je boek en/of deze opdracht geleerd over literatuur?
Dat er ook boeken zijn die makkelijk te lezen zijn. Ik vond het taalgebruik heel fijn.
Mening
Ik vond het een mooi boek. De hoofdstukken waren wel verwarrend omdat je van de ene persoon naar de andere ging zonder dat je dat in het begin nog doorhad dus dat was wel even moeilijk maar voor de rest was het wel makkelijk te lezen, niet te veel moeilijke woorden of zinnen. Het verhaal vond ik ook mooi, het was wel een beetje een vreemd verhaal in het begin maar daar wende je na een tijdje wel aan eigenlijk. Het verhaal ging ook heel ver in de persoonlijkheden van de hoofdpersonen, je wist precies wat ze zeiden of dachten waardoor je je goed in kon leven in de personages.
Wat zegt je mening over jou?
Dat ik van makkelijke boeken houd en niet echt en lezer ben.